foto Babette Meyer

Column Brecht de Backer

column Brecht de Backer

Brecht De Backer (1987) is dramaturg en (toneel)schrijver. In 2022 debuteerde ze met 'Omdat Ze Leven' bij Uitgeverij Atlas Contact. Momenteel schrijft ze aan een tweede roman over liefdesverdriet. Ze is huisdramaturg van Compagnie Red Yellow & Blue en schreef samen met Daan van Bendegem de tekst voor KATWIJK

Het is het begin van de zomer wanneer Daan en ik op een terras in Rotterdam Noord onze laptops met veel schwung dichtklappen – onze definitieve versie van Katwijk is af en we mailden hem zonet naar het voltallige team. We leunen breed achterover, tikken onze ijskoffies tegen elkaar aan en complimenteren onszelf ten overvloede met ons eigen werk. We lachen daar ook wat angstig bij, vol spanning over hoe ons eerste liefdeskind door de rest van het gezelschap ontvangen zal worden. Al zakt die spanning ook opvallend snel weer weg – voordat het repeteren begint, ligt er immers nog een hele zorgeloze, uitgestrekte zomervakantie in het vooruitzicht. Na wekenlang samen achter een bureau, nu heel eventjes geen geschrijf, geschrap, getob. Niet dag in en dag uit diep nadenken over generatieconflicten, gendernormen, identiteitskwesties of burn-outs. Want rond deze thema’s draait het allemaal in Katwijk – een voorstelling waarin we de spanning tussen een moeder en haar queer kind zien escaleren, terwijl diens beste vriend zijn stinkende best doet het gesprek tussen beiden vreedzaam te houden. 

Nee, we hoéfden een paar weken niet met de voorstelling bezig te zijn, maar we kwamen er toch ook niet echt onderuit. Een week na het tafereel dat ik net beschreef, vroeg men zich in een artikel van de Volkskrant af of we burn-outs wel als diagnose zouden moeten erkennen. Nog geen dag later bericht Het Parool dat strenge gendernormen aan populariteit winnen, de queerscene minder zichtbaar is in de Amsterdamse straten en de acceptatie van de LHBTQ-gemeenschap beduidend meer onder druk staat. In een periode die meestal bekendstaat als de komkommertijd, zien we media deze zomer bol staan van berichtgeving waarbij de moed je in de schoenen zakt. Wat ze allemaal gemeen hebben: we zijn elkaar steeds sneller aan het verliezen. In hoe we denken, in waar we voor staan, in hoe we dat overbrengen en in hoe vrij we zijn dat te doen. Het gesprek – en dan bedoel ik het gesprek dat we als samenleving voeren – is al geruime tijd aan het escaleren en stevent met exponentiële snelheid af op een katastrofaal plot. Eentje dat amper nog af te wenden lijkt. Het voedt de moedeloosheid en de eenzaamheid, niet alleen van mij, maar van velen rondom me. Het nieuws deze zomer deed me vaak denken aan de voorstelling, precies vanwege die gemeenschappelijke deler: het verliezen van de ander in het gesprek. 

Tijdens het schrijven van Katwijk, grepen Daan en ik vaak naar het werk van de Duitse socioloog Hartmut Rosa. Één van mijn favoriete denkers de laatste paar jaren. Rosa typeert de toestand van onze samenleving als een ‘razende stilstand’: we versnellen ongekend hard, maar kunnen dat tempo helemaal niet altijd bijbenen. Een van mijn favoriete quotes van hem, luidt als volgt: “Mensen worden als razenden voortgedreven, en voelen tegelijk dat ze stilstaan”. Ik nodig je uit om die zin even hardop te zeggen. Als ik dat doe, dan voel ik mijn lichaam op die eindeloze tredmolen staan waarvan het tempo steeds driftiger opgevoerd wordt. Ik voel bij die zin de spieren in mijn benen verzuren en zie mezelf naarstig uitzoeken hoe de vaart nóg meer op te drijven.

Maar we staan op een tredmolen die helemaal nergens naartoe gaat. Aan het einde van de race staan we ten slotte nog steeds hier, op precies dezelfde plek als waar we begonnen. Maar dat vergeet ik – vergeten we – , gek genoeg, net iets te vaak. Dat we als samenleving ongekend veel last hebben van depressies, burn-outs en eenzaamheid, is niet heel erg verwonderlijk. Deze zin dringt namelijk voor wel meer mensen tot in de botten door. 

Het is begin september wanneer we met het voltallige team aan tafel zitten bij Theater Aluin in Utrecht, waar we de eerste periode repeteren. De teneur van de afgelopen weken sijpelt langzaam aan weg naarmate de dag vordert. De acteurs (Raymonde de Kuyper, Eline van Gils en Daan van Bendegem) lezen de tekst voor het eerst samen voor en ik begin plots weer iets van zin te voelen. Zin in de betekenis van zingeving. Niet dat ik hier mijn eigen loftrompet wil steken, maar meewerken aan deze voorstelling voelt voor mij ineens ook als een kleine daad van verzet tegen de moedeloosheid. Van niet alleen aanschouwen, maar ook iets van weerwoord bieden. Ik meen te merken dat we dat allemaal zo voelen. 

In de weken die volgen denken we intensief na over de tekst, over de verschillende betekenislagen en hoe we die gaan vormgeven. Raymonde, Daan en Eline zetten hun eerste stappen op de vloer, wat verbazingwekkend vlot gaat. Onze regisseur (Mara van Vlijmen) komt met ideeën die elke grap nog harder aanzet en elke stilte nog luider laat klinken. We zetten het, met andere woorden, goed in de grondverf. Hoe meer het stuk vorm krijgt, hoe meer opluchting ik voel. Opluchting omdat Daan, Eline en Raymonde me heel erg hard laten lachen om zaken waar ik anders alleen maar van wakker lig. Ze blazen met z’n drieën de wereld weer wat opener, zodat er bewegingsruimte ontstaat en je het probleem ook eens van links, rechts, boven of onder kan bekijken.  

Over twee weken gaan we in première en terwijl Mara en de acteurs de derde akte aan het oefenen zijn, zit ik thuis aan mijn bureau deze column te tikken. Te overdenken wat het precies is wat ik aan lezers wil vertellen over onze voorstelling. Een verkooppraatje houden vind ik altijd ongemakkelijk, dus ik heb het gehouden bij wat het maken van deze voorstelling bij mij teweeg heeft gebracht. Omdat ik vermoed dat het dat jullie mogelijk ook kan bieden. Ik heb de laatste weken absurd vaak gelachen om drie mensen die wat lopen te schreeuwen en te zoeken op dat kleine speelvlak. Niet omdat burn-outs en geïnternaliseerde homofobie nou zo om te gieren zijn, maar omdat die drie kwetsbare zieltjes op het podium ervoor zorgen dat er wat lucht en ruimte ontstaat, daar waar ik die in de echte wereld steeds minder voel. Ze worden steeds schaarser, maar er zijn nog steeds plekken te vinden waar we onszelf zien resoneren met de ander. Waar we verbinding met elkaar kunnen maken, ondanks onze kleine of grote verschillen. Na een paar weken vanaf de tribune toegekeken te hebben, ben ik ervan overtuigd dat Daan, Eline en Raymonde zo’n plek gecreëerd hebben voor ons. Voor jullie. 

van 16

Wachtlijst

Wenslijstje

Toegevoegd:

Naar wenslijstje

Inschrijven voor onze nieuwsbrief