Interview met Steyn de Leeuwe
door Sanne van Rij
Theatermaker en acteur Steyn de Leeuwe werkte de afgelopen twee jaar in een daklozenopvang in Amsterdam. De mensen die hij daar ontmoette vormen de ruggengraat van zijn nieuwe muzikale theatervoorstelling, Moonlight Motel.
Je vader werkte al in de daklozenopvang. Is daar jouw fascinatie begonnen?
‘Ja, absoluut. Als kind ging ik wel eens met hem mee. Hij werkte als creatief therapeut met dakloze mensen en verslaafden. Ik vond het doodeng – het was geen plek vol mensen in pak – maar mijn vader liep er fluitend rond. Later heb ik veel gereisd en met straatkinderen gewerkt, en tijdens corona ben ik in de ambulante zorg beland, bij mensen met verward gedrag die nog zelfstandig wonen. Dat vond ik zó zinvol dat ik me soms afvroeg waarom ik überhaupt Tsjechov stond te spelen voor een halflege zaal. Nu zie ik: je hebt beide nodig. Mensen die moeten overleven hebben hulp nodig, maar mooie kunst is óók van belang. Moonlight Motel probeert die werelden te verbinden.’
Hoe was het om echt in de daklozenopvang te gaan werken?
‘De eerste dag liep ik een kelder binnen zonder ramen, vol rook en onbekende gezichten. Er waren mensen met verward gedrag en dat voelde in het begin onveilig. Maar na een tijdje merk je dat die plek voor veel bezoekers juist het dichtst bij ‘thuis’ komt. Je leert hun verhalen kennen en dat enge beeld verdwijnt. De meesten hebben simpelweg veel pech gehad: een scheiding, een baan kwijt, oplopende schulden of gevlucht zijn zonder hier rechten te krijgen. Vooral die laatste groep is hartverscheurend. Ze hebben geen perspectief en kunnen geen kant op. Dat brengt een enorme eenzaamheid met zich mee.’
Moonlight Motel wordt een ‘hallucinerende theatertrip’ genoemd. Hoe ziet dat er op het toneel uit?
‘Het stuk begint heel eenvoudig: ik loop over straat, raak in gesprek met iemand die de krant verkoopt en beland met hem in een inloophuis. En daar kom ik eigenlijk niet meer uit. De tijd begint te schuiven; ik denk dat ik mijn kinderen moet ophalen, maar de uitgang blijft onvindbaar. Terwijl ik ronddwaal, vertellen mensen hoe ze dakloos zijn geworden en wordt alles steeds onwerkelijker. Er duiken figuren op waarvan je niet meer weet of ze echt zijn of uit mijn hoofd komen. Dat past bij dakloosheid, waar de grens tussen fictie en realiteit vervaagt. En er zit veel humor in, want zonder humor is zo’n thema niet te dragen; en de mensen om wie het gaat kunnen zelf óók goed lachen.’
Je speelt al die verschillende mensen in je eentje. Waarom kies je voor die vorm?
‘Omdat dat een manier is waarop ik veel verschillende perspectieven kan laten zien zonder dat het een soort tableau vivant wordt. Dat betekent wel véél repeteren: tekst erin rammen, accenten, fysiek verschil tussen personages. Voor de toeschouwer moet het helder zijn: oh ja, dit is die weer. Die vorm gebruikte ik ook in Tofu Cowboy, dus in zekere zin is Moonlight Motel daar een vervolg op: weer een onzichtbare doelgroep, maar nu een stap verder. Wat gebeurt er als die ambulante zorg wordt wegbezuinigd en mensen letterlijk op straat belanden?’
Muziek speelt opnieuw een grote rol. Waar horen we de opvang in terug?
‘In de inloophuizen wordt veel reggae gedraaid en daar houd ik zelf ook al mijn hele leven van. Die warme, positieve vibe past bij mensen die wat licht kunnen gebruiken. Dus er zitten reggae-nummers in, maar ook wat blues. Het heeft vooral een straatmuzikanten-feel.’
Wat hoop je dat het publiek meeneemt als het de zaal verlaat?
‘Dat mensen een goede avond hebben gehad en net iets anders naar dakloosheid kijken. Dat ze niet meer automatisch wegkijken, maar misschien even hallo zeggen. Ik ga waarschijnlijk geen politiek omverwerpen, maar je kunt wel iets in mensen verschuiven. Daarom hangt er ook een QR-code in de foyer met heel concrete manieren om te helpen: van kleding of eten brengen tot vrijwilligerswerk of een donatie.’
Heeft jouw tijd in de daklozenopvang je idee van ‘thuis’ veranderd?
‘Ik ben gaan zien dat een thuis vooral een kader is. Je kunt de wereld in, je krijgt alles binnen, maar je hebt een plek nodig waar je dat kunt verwerken: een dak, een paar muren, een kleine omgeving die behapbaar is. Als je dakloos bent, ontbreekt dat volledig. Alles komt de hele tijd op je af, zonder pauze of beschutting. Dat doet mentaal heel veel.’
En weet jij zelf wat jouw thuis is?
‘Dat is precies waar de voorstelling over gaat: wat is thuis eigenlijk? Voor mij is dat uiteindelijk mijn gezin. Maar ik speel ook met het idee dat je hoofd óók een huis is. Dat moet je goed inrichten, schoonhouden, zorgen dat er genoeg licht binnenkomt. Ik wil mijn thuisgevoel niet alleen bij mijn gezin neerleggen. Het begint bij je eigen binnenwereld op orde hebben.’
Moonlight Motel speelt van 28 november t/m 28 december in Theater Bellevue en gaat daarna op tournee langs de theaters in Nederland t/m mei 2026.