3 t/m 26 juni staat José Montoya in het Bellevue Lunchtheater met zijn nieuwe solovoorstelling To be of nooit geweest, een co-productie van Likeminds en Theater Bellevue.

Waar gaat To be of nooit geweest over?
De voorstelling gaat over de vraag: wie ben ik? Of eigenlijk over de vraag daarvoor: wie ben ik geworden? Ik ben geboren in Colombia en ik werd geadopteerd toen ik drieënhalf jaar oud was. Over die eerste jaren van mijn leven is bijna niks bekend. In de loop van de jaren is de zoektocht naar wie ik ben heel lastig gebleken omdat die fundamentele puzzelstukjes van de eerste jaren missen. Zonder die stukjes is het heel moeilijk om te reconstrueren wie ik ben.

En daarnaast passen de stukjes die ik wel heb ook niet altijd in de wereld waarin ik terecht ben gekomen. In de loop der jaren, in mijn jeugd, werd mij op verschillende duidelijk gemaakt dat ik er niet helemaal bij hoorde. En mijn best doen om er wel bij te horen, bleek niet altijd goed genoeg. Voor mijn ouders was het doodnormaal dat zij wit waren en ik zwart, maar buiten de deur was dat vreemd. En hoe ouder ik werd, hoe meer ik het gevoel kreeg dat ik niet klopte. Ik had bijvoorbeeld toen hun Nederlandse achternaam en als ik dan ergens een afspraak had gemaakt en langskwam, dan voelde ik aan mensen dat ze een andere verwachting hadden. Dat het plaatje niet bij het praatje paste. Als je zo telkens hoort en voelt dat het niet klopt – wat je eigenlijk ook al weet omdat je geadopteerd bent – dan ga je op zoek naar hoe het wél kan kloppen. Dan ga je op zoek naar de puzzelstukjes die nodig zijn om het te laten kloppen. En ik ben ondertussen wel tot de conclusie gekomen dat ik de puzzel nooit helemaal zal kunnen leggen, en dat ik er ook af en toe dingen in prop die er eigenlijk niet in horen. Lachend: maar ik weet niet of het hele interviews over puzzels moet gaan.  

Nog één puzzelvraag: hoe verhoudt het maken van de voorstelling zich tot het leggen van die puzzel? Is het er onderdeel van?
Ik heb heel lang deze voorstelling niet willen en niet kunnen maken omdat het mij onmogelijk leek dat andere mensen zouden kunnen begrijpen hoe het is. En los daarvan betwijfelde ik of mensen er wel interesse in zouden hebben. Maar nu, nu ik al een aantal jaar speel, vind ik het des te belangrijker dat ik mijn eigen verhaal vertel en dat verhalen zoals de mijne ook verteld kunnen worden.

"IK HEB DEZE VOORSTELLING LANG NIET WILLEN EN NIET KUNNEN MAKEN"

Het maken van de voorstelling heeft al iets opgeleverd voor mij nog voordat dat het gespeeld is. Een groot gedeelte van mijn jeugd was best traumatisch en daar bleef ik het liefst ver van weg. Maar bij het maken van de voorstelling is er een reconstructie ontstaan uit alle informatie van vroeger, allerlei dingen die ik vroeger niet wilde weten omdat het voor mij heel erg vervelend was om over na te denken. En dankzij de kunst kan en wil ik er nu naar kijken. Ik kan afstand bewaren tot het materiaal omdat ik mezelf als personage moet zien en mijn verhaal als vertelling. In de voorstelling ben ik de verteller die in en uit verschillende situaties en scènes kan stappen. Ik vertel het verhaal vanuit verschillende perspectieven: dat van mijn moeder dankzij haar dagboeken, dat van mijn vader dankzij het verslag dat hij schreef toe hij mij ophaalde uit het weeshuis, en vanuit de documentatie van de adoptiestichting, van de advocaten in Colombia en van het weeshuis in Colombia.

Hoe is het om aan een autobiografische voorstelling met zo’n persoonlijk verhaal te werken? En hoe ga je te werk?
Ik werk met een dramaturg die mij interviewt waardoor het als een redelijk eerlijke, rauwe gedachtestroom op papier komt. Het helpt dat ik niet zelf achter mijn computer de gebeurtenissen kan gaan zitten romantiseren. Hulp van buitenaf is doorslaggevend en ik denk dat het mijn anker is om dit te kunnen doen. Ik zie er wel tegenop om sommige pijnlijke onderdelen van het verhaal, die ik eigenlijk het liefst zou willen vergeten, te laten zien. Ik heb het proces van repetitie, try-outs en montage nodig om me veilig genoeg te voelen om dit te delen met wildvreemde mensen. Maar dat is het mooie aan een artistiek pantser: het maakt dat je je veilig kan voelen en tegelijkertijd ook kwetsbaar kan vertellen.

Na de interviews lag er zo’n 550 uur aan materiaal. Nadat ik de eerste keuzes had gemaakt, kreeg ik feedback van mijn dramaturg: dat ik ook grappig ben en er heel veel grappige dingen uit had gehaald, en dat die terug moesten. Dus bij deze beloof ik niet alleen Liet (Lenshoek, de dramaturg, red.) maar ook het publiek dat het ook grappig wordt. En dat alle soorten lachen welkom zijn, ook als een boer met kiespijn.

"IK WIL DIT VERHAAL ZO OPEN, ZO OORDEELLOOS MOGELIJK VERTELLEN"

Voor wie is de voorstelling?
Mijn doel is om de voorstelling zo open mogelijk te vertellen. Zo oordeelloos mogelijk. Ik wil de mensen die op dit moment in afwachting zijn van een baby verwelkomen en ik wil de mensen die geadopteerd zijn verwelkomen. Er zullen mensen komen die gewoon op zoek zijn naar een goed verhaal, maar ik weet dat er ook andere geadopteerde Colombianen komen, en maatschappelijk werkers. Iedereen hoort bij de doelgroep en het zou mooi zijn als die mensen met elkaar in gesprek gaan na de voorstelling in de foyer.

Jij en Likeminds gaan ver terug en de afgelopen jaren heb je bij hen 2 hele fysieke voorstellingen gemaakt waar nauwelijks tekst in voor kwam. Hoe is het om nu zo’n tekstuele voorstelling te werken en daarmee straks een maand in Bellevue te staan?
Ik ben zelf eigenlijk niet zo van het tekst-teksttheater. Soms gebeurt er zo weinig op het podium, dat ik het gevoel heb dat je zelf de vormgeving en mise-en-scene er nog bij moet denken; dat ze je eigenlijk een beetje terug zouden moeten betalen omdat je er zelf nog van alles bij hebt bedacht. Dus ik hoop dat To be of nooit geweest ook beeldend kan worden; dat we plaatjes onder al die teksten kunnen gaan zetten.

Ik ben zelf ooit per ongeluk het theater ingerold. Ik studeerde bijna af aan het grafisch lyceum en toen dacht ik: fuck het, ik kan altijd nog teruggaan naar school. Via jeugdtheater ben ik in het professionele circuit terecht gekomen – en ook al snel bij Likeminds – en besloot ik om als autodidact mezelf in de praktijk op te leiden. Ik had de luxe om zo lang bij hele toffe gezelschappen te mogen spelen dat ik steeds minder met mijn eigen verhaal bezig was, maar de laatste jaren ben ik teruggekomen bij mijn wens om meer vanuit mezelf te vertellen. Theater kan in mijn ogen ouderwets zijn door telkens terug te vallen op dezelfde verhalen. En die gaan eigenlijk nooit over mij en daar is bijna nooit een rol voor mij weggelegd. Ja, ik kan wel slaaf spelen in een musical over de Gouden Eeuw maar daar heb ik eigenlijk geen zin in. Daarom ben ik heel blij dat ik dit met Likeminds en Bellevue mag doen, in deze tijd met dit onderwerp.

"MEER HOUVAST DAN DIE MYTHE HEB IK NIET"

Tot slot: is dat ook waar de knipoog naar Shakespeare in de titel naar verwijst?
Het mooie aan zoiets is natuurlijk dat iedereen er zelf wat bij kan bedenken en er zelf allerlei dingen op projecteert. De titel is natuurlijk een verwijzing naar Shakespeare. In plaats van Shakespeare voor de duizendmiljoenste keer te vertellen, vertel ik dus liever mijn eigen verhaal. Daarnaast zou je ook kunnen zeggen dat er heel veel mensen op aarde zijn, dat er al heel veel mensen op aarde zijn geweest en dat er heel veel mensen zijn die de aarde nooit bereikt hebben. Ik denk dat veel geadopteerde kinderen in Nederland zijn omdat heel veel ouders geen kinderen konden krijgen. Dus veel kinderen zijn hier omdat andere kinderen hier nooit geweest zijn, of hier even zijn geweest en weer weg zijn gegaan.

En er is een gezegde dat als je niet weet waar je vandaan komt, je ook niet weer waar je naartoe gaat. Op die manier twijfel ik er wel eens aan of ik wel echt ben. Ik weet natuurlijk wel dat ik er ben, maar omdat ik geen geboortedag heb, geen beginpunt, geen startschot, en ook omdat ik de mensen die daar bij waren niet ken, is het voor mij een heel abstract gegeven dat ik er ooit ben gekomen. Het is bijna een soort mythe waar ik zelf wel in móet geloven dat het wel zo zal zijn. Meer houvast dan die mythe heb ik niet.
 
9 t/m 26 juni, 12:30 uur
Paloni Zaal
www.theaterbellevue.nl/tobe