foto Fjodor Buis


Aangenaam! We beginnen met de allermoeilijkste vraag: wie is Koen Caris?

Haha! Dan moet ik natuurlijk de neiging bedwingen om meteen over mijn werk te gaan praten. Ik ben Koen Caris, theater- en boekenschrijver en opgegroeid in Utrecht. Mijn ouders waren allebei middelbare school-docenten, dus ik kom echt uit een onderwijsgezin. We zijn opgevoed met heel veel kinderboeken en heel veel verhalen. We zijn op dat vlak ontzettend rijk opgevoed en ik denk dat ik daardoor voor mijn leven lang verpest ben - haha, want het was voor mij eigenlijk nooit een vraag of ik iets anders zou willen doen dan iets met theater of met verhalen vertellen.

We maken een grote sprong: we zijn nu een flink aantal jaar verder en inmiddels vertel jij zelf verhalen. Wat is schrijven voor jou?

Ik denk dat schrijven mij vooral heeft gegeven dat het een manier van denken is. Ik weet eigenlijk nooit wat ik van dingen vind. Ik heb eigenlijk nooit zulke stevige meningen en eigenlijk ook niet zulke hele grote emoties. Ik denk dat schrijven, naast dat ik het gewoon heel tof vind om nieuwe verhalen toe te voegen, voor mij een manier is om de wereld om me heen te begrijpen. Ik kan eigenlijk pas uitvogelen wat ik ergens van vind, door het in taal en in tekst uit te blijven.

Hoe begin jij dan met schrijven?  

Ik denk qua inhoud dat het eigenlijk altijd begint vanuit een vraag. Iets in mezelf wat ik niet begrijp, of iets in de wereld wat ik niet begrijp. Wat ik meestal door de ogen van iemand anders zeg. Het begint dan bij een vraag en dat probeer ik dan tegen het licht te houden. Vervolgens fantaseer ik hoe een wereld die deze vraag als kern heeft eruit zou kunnen zien. Ik ben niet geïnteresseerd in puur realisme, dus probeer ik altijd iets verheven wereldjes te bouwen die mij de vrijheid geven om mijn vraag van alle kanten te belichten.

Wat voor vragen komen er dan tot je? 

Ik merk dat de laatste jaren de buitenwereld toch mijn werk in is geslopen. Ik denk dat ik vroeger meer schreef over zaken die ik over mezelf had, over mijn levensfase bijvoorbeeld. Dus dat ging dan veel over queerness of over burn-outs, die natuurlijk ook maatschappelijk zijn, maar voor mij wat persoonlijker. Maar de laatste jaren merk ik toch dat de wereld er meer in komt. 

Dus bijvoorbeeld mijn laatste grote zaal-productie, Waterlanders, ging over overstromingen die in Zuid-Limburg en België in 2021 heel veel schade hebben veroorzaakt. Je kan je daar als individu niet goed tegen verzekeren. Ooit gaat er een grote groep mensen in Nederland financieel in de problemen komen door zulke overstromingen. Dat weten we en daar doen we niks tegen. Dat is bijvoorbeeld iets wat ik dan in een soort verhevigde, fantasierijke setting probeer te onderzoeken, van wat moeten wij daar mee op land. Mijn nieuwe boek Stad O. dat op 14 oktober verschijnt, gaat over de vraag "hoe graag moet je kinderen willen om ze in deze wereld nog te krijgen?"

Inmiddels heb jij Hoge bomen geschreven. Raygin Fullinck het gaat regisseren. Hoe is het om het stuk aan hem weg te geven?

Ik kende hem nog niet toen we die selectieprocedure ingingen, maar toen ik eenmaal de klus had, hebben we wel echt wat tijd geïnvesteerd om elkaar goed te leren kennen. Dat is gelukt en ik vind hem een super interessante maker. Hij heeft een hele aanstekelijke energie en daar werk ik graag mee samen.

Wat ik heel grappig aan hem vind is dat hij dan soms iets zegt over het stuk wat voor mij totaal uit de lucht komt vallen en dan begrijp ik eigenlijk ook niet zo goed wat hij bedoelt. En dan gaat hij praten en dan een paar minuten later, via een paar omwegen, dan heeft hij wat voor mij nog onduidelijk begon, leidt dan ineens tot de conclusie die vaak zo klopt en zo slim is. Wij hebben een totaal andere aanpak, wat  goed is. Ik heb daarom veel aan zijn gedachten gehad.

Ik denk ook dat hij heel veel in vorm en heel veel spannende dingen gaat toevoegen. Wat Raygin heel scherp aanvoelt, is dat een stuk als dit een toffe vorm nodig heeft en dingen een beetje wegzet van het pure realisme.

Laatste vraag: je werk begint altijd met persoonlijke vragen en het gaat nu meer en meer over de wereld. Als we dan kijken naar 10 jaar later, wat gaan we dan van jou zien?

Ik was vroeger heel erg van de well-made plays, van dus goed geconstrueerde verhalen. Best wel behapbaar, best wel toegankelijk. Ik probeer dat nu steeds meer te combineren met experiment, met vertelvormen en taal die net wat vreemder, net wat uitdagender zijn. Dus dat mensen niet alleen een lekker verhaal meekrijgen, maar dat er ook in vorm wat ‘gekke shit’ aan de hand is. Omdat ik het idee heb dat het iets te veilig werd ofzo, wat ik aan het maken was. Dat als je alles meteen begrijpt in een kunstwerk, je dan ook iets laat liggen. Hier wil ik de komende jaren nog (veel?) verder in gaan.

van 15

Wachtlijst

Wenslijstje

Toegevoegd:

Naar wenslijstje

Inschrijven voor onze nieuwsbrief